Autisme: je zal het maar hebben

Autisme: grote kans dat je de klok hebt horen luiden, maar niet weet waar de klepel hangt. Je hebt misschien de film Rain Man gezien, over de autistische Raymond, denkt eraan bij een ‘contactgestoorde’ buurman, óf verdenkt jezelf ervan een autist te zijn omdat je je spullen graag ‘dwangmatig’ netjes geordend hebt. Maar wat is het (ook alweer) precies?

 

Ik kwam op het idee om dit artikel te schrijven door een tip van een lezer die zelf een vorm van autisme heeft: PDD-NOS. Op Begonias.eu publiceert hij een websoap over het wel en wee van psychologe Begonia, die dezelfde aandoening heeft. Denk aan ‘Goede tijden, slechte tijden’, maar dan in geschreven vorm.

 

Wellicht is het lastig om in mijn websoap echt het autisme terug te zien, maar de hoofdpersoon is saai (een begonia), heeft weinig vrienden, geen kinderen/man en mindere sociale vaardigheden. Ze ziet de wereld een beetje ‘vlak’.

 

Autisme is geen eenheidsworst  

 

Wat de schrijver van Begonias.eu over autisme zegt, is kenmerkend voor deze psychische stoornis. Maar niet iedereen heeft er op dezelfde manier en in dezelfde mate last van. Tot 2013 kon je daarom één van deze drie diagnoses krijgen:

 

  1. Klassiek autisme, wat in driekwart van de gevallen samenging met een verstandelijke beperking.
  2. Asperger: wel kenmerken van autisme, maar normaal tot hoogbegaafd en een normale spraakontwikkeling (‘hoogfunctionerend autisme’).
  3. PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified): niet alle kenmerken van autisme, maar wel een aantal.

 

Omdat het onderscheid niet altijd even duidelijk was, zijn de drie diagnoses in de nieuwste editie van het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (2013), samengevoegd onder één noemer: Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Je kunt hier een ‘milde’ of ‘ernstige’ vorm van hebben.

De schrijver van Begonias.eu zou tegenwoordig dus niet meer de diagnose PDD-NOS krijgen, maar ASS.

 

Je krijgt niet zomaar een label

 

Mensen hebben soms het idee dat ‘Jan en alleman’ tegenwoordig het label ‘autisme’ krijgt opgeplakt. Toch zijn er strenge criteria voor de ‘officiële’ diagnose.

 

Hoewel autisme zich op verschillende manieren uit, vormen twee problemen de kern ervan:

 

  1. Beperkingen in de sociale communicatie en interactie
  2. Repetitief gedrag en specifieke interesses

 


Wat betreft ‘beperkingen in de sociale communicatie en interactie’ moet er van drie beperkingen sprake zijn om de diagnose ‘autisme’ te krijgen:

 

  • Beperkingen in de sociaal-emotionele wederkerigheid (bv. geen teken geven aandacht prettig te vinden, sociale omgang met leeftijdsgenoten niet aangaan, gedachten van anderen niet of moeilijk kunnen lezen).
  • Beperkingen in de non-verbale communicatie (bv. geen oogcontact maken, niet glimlachen).
  • Beperkingen in het aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties (bv. moeite om gedrag aan te passen aan de omstandigheden, deel te nemen aan fantasiespel, te delen, moppen en spreekwoorden te begrijpen).

Wat betreft ‘repetitief gedrag en specifieke interesses’ moet iemand tenminste twee van de onderstaande kenmerken hebben:

 

  • Stereotiepe of repetitieve bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak (bv. wapperen met de handen, napraten, steeds torens van acht blokken bouwen).
  • Overmatig en star vasthouden aan voorspelbaarheid en routines of rituele patronen van verbaal of non-verbaal gedrag (bv. star vasthouden aan bepaalde denkpatronen, in woede uitbarsten als het tijdstip van een maaltijd verschuift).
  • Zeer beperkte interesses en fixaties, die opvallen door hun intensiteit en onderwerp (overdreven in beslag worden genomen door bijzondere interesses, zoals het draaien van de was achter het wasmachinevenster, de kenmerken van hoofdsteden van de wereld).
  • Over- of ‘onder’gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor zintuiglijk waarneembare aspecten van de omgeving (bv. gefascineerd zijn door licht, geuren of smaken).

Naast de twee hoofdkenmerken gelden nog als extra criteria om de diagnose te krijgen:

 

  • De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (maar worden soms pas later onderkend).
  • De verschijnselen veroorzaken een verstoring van het huidige functioneren in sociale of andere belangrijke levensgebieden.
  • Het is niet zo dat een intelligentiestoornis of globale ontwikkelingsachterstand een betere verklaring biedt voor de verschijnselen (de sociale communicatie moet bijvoorbeeld minder zijn dan past bij het ontwikkelingsniveau).

 

Op elke 4 schoolgroepen iemand met autisme

 

Hoeveel mensen met autisme er zijn? Op basis van de huidige criteria krijgt ongeveer een op de honderd mensen de diagnose. Dat is gemiddeld een kind per vier basisschoolgroepen. Maar eens in de zoveel jaar worden de criteria aangepast aan de huidige inzichten, waardoor percentages veranderen. Ook zorgen veranderingen in de samenleving ervoor dat autisme tegenwoordig eerder aan het licht komt, denk aan de informatie-overvloed en het hoge beroep op flexibiliteit.

 

Ieder nadeel heb z’n voordeel

 

Autisme is grotendeels erfelijk bepaald; het denkvermogen is structureel anders aangelegd. Daarom hebben mensen met autisme ‘levenslang’. Met het ouder worden valt autisme soms minder op door het ontwikkelen van compensatiestrategieën. Of het uit zich juist meer doordat de beschermende, gestructureerde omgeving uit de kindertijd wegvalt.

 

Hoe dan ook, zoals Johan Cruijff al zei: “Ieder nadeel heb z’n voordeel”. Zo zijn veel mensen met autisme goed in logisch denken en probleemanalyse; hebben ze oog voor detail en nauwkeurigheid, een goede concentratie en uitstekend geheugen; zijn ze leergierig, betrouwbaar, loyaal, oprecht, eerlijk, creatief en ga zo maar door. Zonder autisme hadden Albert Einstein, Bill Gates, Bob Dylan, Henry Ford, Leonardo da Vinci en vele andere beroemdheden, van wie autisme wordt vermoed, niet zo’n opvallend stempel op onze geschiedenis gedrukt.

 

Wat natuurlijk niet wil zeggen dat leven met autisme makkelijk is…

 

Heb jij nog een must know over autisme; iets wat iedereen eigenlijk zou moeten weten?

 

Benieuwd wat PDD-NOS (nu: ASS) is? Kijk dan naar dit filmpje!  

 

https://www.youtube.com/watch?v=pw1j2BPRZbM

 

[Bronnen: Psychologie, Marc Brysbaert; Autisme.nl; Boompsychologie.nl; Kinderneuropsychologie.org; Ggznieuws.nl; Autismewatnu.blogspot.nl; Medischcontact.nlAutinurs.wordpress.com]

Wat denk jij?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

1 Comment
  • Dunja
    mei 1, 2016

    Verhelderend!

Vorige
Prioriteiten stellen? 5 profs adviseren je hóé
Autisme: je zal het maar hebben

My Facebook Page